Een huurder, wiens goederen onder bewind zijn gesteld, laat huurachterstanden ontstaan. De kantonrechter oordeelt dat de huurder in ernstige mate tekortgeschoten is in de nakoming van de verplichting de huur tijdig te betalen. De huurachterstand rechtvaardigt de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning. Ondanks dat de persoonlijke/financiële situatie van de huurder uiterst schrijnend is. Ook de huurachterstand en de wettelijke rente en incassokosten worden toegewezen.

De feiten

De verhuurder verhuurt aan de huurder een woning. De huurprijs bedraagt € 653,26 per maand. De goederen van de huurder zijn sinds 16 december 2022 onder bewind gesteld. De huurder heeft huurachterstanden laten ontstaan. De bewindvoerder zorgt ervoor dat de maandelijkse huur vanaf januari 2023 wordt betaald, zij het niet bij vooruitbetaling maar direct na ontvangst van de uitkering van de huurder.

Verhuurder vordert ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning. Daarnaast vordert de verhuurder aan huurachterstand een bedrag van € 5.215,40, te vermeerderen met de wettelijke rente en de buitengerechtelijke incassokosten en ook een bedrag van € 653,26 per maand tot aan de ontruiming van de woning.

Juridisch kader

Onderbouwing vordering

Verhuurder legt aan haar vordering ten grondslag dat de huurder/de bewindvoerder, ondanks aanmaning, een huurachterstand heeft laten ontstaan. De huurachterstand rechtvaardigt de ontbinding van de huurovereenkomst.

Oordeel kantonrechter

Huurachterstand

De bewindvoerder heeft de hoogte van de huurachterstand erkend, zodat dit deel, inclusief de wettelijke rente en incassokosten, volgens de kantonrechter toewijsbaar is.

Ontbinding

De huurder is volgens de kantonrechter in ernstige mate tekortgeschoten in de nakoming van de verplichting om de huur tijdig te betalen. Verder is gebleken dat de huurachterstand niet binnen een redelijke termijn betaald kan worden. De kantonrechter overweegt dat het belang van de huurder bij behoud van de woning vooral is gelegen in het gegeven dat zijn persoonlijke/financiële situatie zal verergeren als hij (met zijn partner) de woning zal moeten verlaten. Het belang van de verhuurder is de woning beschikbaar te krijgen ten behoeve van anderen die wel tijdig aan hun betalingsverplichtingen voldoen. Daarnaast stelt de verhuurder onbetwist dat er ook sprake is van overlastmeldingen en het niet uitvoeren van de nodige onderhoudswerkzaamheden in de tuin, waardoor de verhuurder genoodzaakt was een hovenier in te schakelen en kosten moest maken.

Het vorengaande in samenhang beschouwd is de kantonrechter van oordeel dat ontbinding van de huurovereenkomst gerechtvaardigd is, ondanks dat de door de bewindvoerder aangevoerde persoonlijke/financiële situatie van de huurder uiterst schrijnend is en het moeten verlaten van de woning een verslechtering van de situatie van de huurder zou kunnen betekenen.

De vorderingen worden derhalve toegewezen waarbij de kantonrechter de ontruimingstermijn stelt op vier weken na betekening van het vonnis.

Rechtbank Gelderland 12 mei 2023, ECLI:NL:RBGEL:2023:3544