Indien u als opdrachtgever een contract sluit met een opdrachtnemer (bijvoorbeeld de hoofdaannemer) en de opdrachtnemer op zijn beurt gebruik maakt van de diensten van een andere partij (bijvoorbeeld de onderaannemer), heeft u als opdrachtgever in beginsel niets te maken met de onderaannemer. U heeft immers een contractuele relatie met de hoofdaannemer en niet met de onderaannemer. Indien de onderaannemer echter zijn contractuele verplichting jegens de hoofdaannemer niet nakomt, waardoor u als opdrachtgever (zelf) schade lijdt, kan de onderaannemer daarmee onder omstandigheden onrechtmatig handelen jegens u als opdrachtgever. Met als gevolg dat u rechtstreeks uw schade kunt verhalen op de onderaannemer.
Gesloten contractstelsel
Het wettelijk stelsel in Nederland is zo ingericht dat als twee partijen met elkaar een overeenkomst aangaan, deze overeenkomst alleen gevolgen heeft voor die twee partijen. Dit is de hoofdregel. Er kunnen echter omstandigheden zijn waardoor ook derden rechten en/of plichten kunnen ontlenen aan die overeenkomst. In de wet worden er een aantal genoemd. Bijvoorbeeld als er sprake is van een ‘kwalitatief recht’ of een ‘kwalitatieve verplichting’. Dit ziet bijvoorbeeld op de koop/verkoop van een woning waarbij er een erfdienstbaarheid is bedongen (bijvoorbeeld dat de eigenaar van woning A het moet dulden dat de eigenaar van de naastgelegen woning B het recht heeft om zich te begeven op de oprijlaan van woning A om zodoende zijn woning B te bereiken). Deze plicht respectievelijk dit recht gaat dan over op de rechtsopvolgers van de eigenaar van woning A respectievelijk woning B. Of als er een bepaling in de overeenkomst is opgenomen waaraan een derde partij rechten kan ontlenen (via een kettingbeding of derdenbeding).
Onder omstandigheden kan een derde echter ook worden gebonden, zonder dat er sprake is van een contractuele bepaling in een overeenkomst waaraan hij rechten of plichten kan ontlenen. Dit kan het geval zijn als een contractspartij zijn of haar verplichtingen jegens zijn contractspartij niet nakomt en daardoor ook de belangen van een derde partij raakt.
Onrechtmatig handelen
Ik begon dit artikel met het voorbeeld dat een opdrachtgever een overeenkomst sluit met een hoofdaannemer, en de hoofdaannemer op zijn beurt een overeenkomst sluit met een onderaannemer. Hierdoor ontstaat er als het ware een ‘schakel’ van aan elkaar verbonden belangen. De onderaannemer voert weliswaar zijn werkzaamheden uit voor de hoofdaannemer, maar het is duidelijk dat de opdrachtgever grote belangen heeft bij de werkzaamheden die de onderaannemer uitvoert. De onderaannemer zal dan in het algemeen binnen bepaalde grenzen rekening moeten houden met de belangen van de opdrachtgever, en de opdrachtgever mag er in het algemeen op vertrouwen (volgens de normen van hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt) dat de onderaannemer dat ook daadwerkelijk doet. Als de onderaannemer tekort schiet in zijn verplichtingen jegens de hoofdaannemer, hoeft dat op zich zelf nog niet altijd te leiden tot schadeplichtigheid ten opzichte van de opdrachtgever/de derde. Het is afhankelijk van de omstandigheden van het geval of er sprake is van schadeplichtigheid. Zaken die daarbij een rol spelen zijn onder meer: de hoedanigheid van de betrokken partijen, de aard en strekking van de desbetreffende overeenkomst, de wijze waarop de belangen van de derde daarbij betrokken zijn en de aard en omvang van het nadeel dat voor de derde dreigt.
In een uitspraak van de Hoge Raad van 20 januari 2012 oordeelde de Hoge Raad dat de onderaannemer wel onrechtmatig/onzorgvuldig had gehandeld jegens de opdrachtgever (de derde) . In die casus had de opdrachtgever een aannemingsovereenkomst gesloten met een hoofdaannemer voor het realiseren van een kapverdieping inclusief dak op de bestaande woning van de opdrachtgever. De hoofdaannemer sloot op zijn beurt weer een overeenkomst van onderaanneming met een onderaannemer, waarbij de onderaannemer een leien dak en dakgoten diende aan te brengen op het dak van de opdrachtgever. De opdrachtgever stelde vervolgens dat het dak dat door de onderaannemer was bevestigd, diverse gebreken vertoonde. De opdrachtgever stelde onder andere dat het dak lekte, de leien van kleur verschilden, de leien niet naar behoren waren gelegd en dat de leien krom waren. Een deskundige oordeelde vervolgens dat de opdrachtgever gelijk had en voorts dat de onderaannemer ernstig gefaald had in het bevorderen van het herstel van het dak. Op basis van deze omstandigheden oordeelde de Hoge Raad dat de onderaannemer (die rekening diende te houden met de belangen van de opdrachtgever) jegens de opdrachtgever onzorgvuldig te werk was gegaan, en daarmee in strijd had gehandeld met hetgeen in het maatschappelijk verkeer jegens de opdrachtgever betaamt.
Kortom
Dus, indien u met een partij een contract sluit en uw contractspartij op zijn beurt met een andere partij (bijvoorbeeld de onderaannemer) een contract sluit, en de onderaannemer zijn verplichtingen niet nakomt jegens uw contractspartij waardoor u schade lijdt, dan kunt u onder omstandigheden als derde partij uw schade rechtstreeks verhalen op de onderaannemer. Als onderaannemer dient u zich te realiseren dat ook derden belang kunnen hebben bij uw handelen en voorts dat indien u zich onzorgvuldig gedraagt, u onrechtmatig kan handelen jegens die derde en schadeplichtig kan zijn jegens die derde.
Overigens is het vorengaande niet alleen maar beperkt tot de relatie opdrachtgever <=> hoofdaannemer <=> onderaannemer. Er kunnen ook andersoortige overeenkomsten worden gesloten die in dusdanig verband met elkaar staan, waardoor een contractspartij rekening dient te houden met de belangen van een derde.
Voor vragen of opmerkingen naar aanleiding van dit artikel, kunt u contact opnemen met Irwin Dankoor (tel: 06-55806530 dan wel email: info@dankooradvocatuur.nl)