De kantonrechter ontbindt de huurovereenkomst vanwege een in de woning aangetroffen hennepkwekerij in opbouw. Er is geen reden om onderscheid te maken tussen een hennepkwekerij in opbouw en een hennepkwekerij in werking. Voor een term de grâce is geen plaats. De huurder kan de gedragingen niet ongedaan maken.

De feiten

De huurder huurt vanaf 13 september 2010 een woning van de verhuurder (een woningcorporatie). De woning ligt op de negende etage van een flat met twaalf verdiepingen. De huidige huurprijs bedraagt € 630,56 per maand. De politie valt op 14 december 2022 de woning binnen. In het hennepinformatiebericht dat de politie daarover opstelt, staat onder meer:

‘In de in opbouw zijnde hennepkwekerij werden de volgende goederen aangetroffen: kweektenten-afzuiginstallatie-assimilatielampen-tijdklokken-koolstoffilters-ventilatoren-kachel-zakken met aardeknipscharen-droognetten-128 potten voor planten. Tevens werd er een zakje met vermoedelijk hennepgruis van 307.4 gram aangetroffen

Stroomvoorziening werd illegaal afgenomen

De verhuurder vordert onder meer ontbinding van de huurovereenkomst, ontruiming van de woning en aan huurachterstand een bedrag van € 751,98, te vermeerderen met rente.

Juridisch kader

Onderbouwing vordering

Verhuurder legt aan haar vordering ten grondslag dat de huurder in strijd handelt met de algemene huurvoorwaarden en de wet door in de woning voorbereidingen te treffen voor het exploiteren van een hennepkwekerij, waaronder begrepen het beschadigen van de stroomvoorziening. Daarnaast laat de huurder een huurachterstand ontstaan.

De huurder betwist de vorderingen en, voor zover de ontbinding wel wordt uitgesproken, verzoekt de huurder om een term de grâce en om het vonnis niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.

Oordeel kantonrechter

De bestemming

De kantonrechter overweegt dat de huurder de bevindingen van de politie onvoldoende heeft weersproken. Bovendien heeft de huurder geen verklaring gegeven voor het zakje hennepgruis dat door de politie is aangetroffen in de woning. Dat de huurder nog niet strafrechtelijk is veroordeeld voor overtreding van de Opiumwet baat de huurder niet omdat hij naar eigen zeggen nog steeds verdachte is. Ook de omstandigheid dat de woning door de burgemeester niet is gesloten, leidt volgens de kantonrechter niet tot een ander oordeel. De aanwezigheid van een in opbouw zijnde hennepkwekerij en de daarmee gepaard gaande gevaarzetting is niet alleen strijdig met de algemene huurvoorwaarden van de verhuurder, maar ook met art. 7:213 BW. Er is volgens de kantonrechter geen reden om onderscheid te maken tussen een hennepkwekerij in opbouw en een hennepkwekerij in werking.

Ontbinding

De kantonrechter stelt voorop dat de tekortkoming van de huurder aangemerkt wordt als ernstig. Daar komt bij dat de verhuurder als toegelaten instelling moet bijdragen aan de leefbaarheid van wijken en buurten waarin zij woningen bezit. Door strikte handhaving van haar beleid ten aanzien van (opbouw van) hennepteelt kan zij verloedering van de buurten tegen gaan en draagt de verhuurder bij aan de verhuurbaarheid van de omliggende woningen. De omstandigheid dat de huurder een minderjarig kind heeft, maakt niet dat de tekortkoming van bijzondere aard/geringe betekenis is, aangezien het kind niet in de woning woont.

De huurovereenkomst wordt ontbonden en de ontruimingstermijn wordt gesteld op veertien dagen na vonnis. Voor een term de grâce ziet de kantonrechter geen aanleiding omdat de huurder de gedragingen in het kader van het opbouwen van de hennepkwekerij niet ongedaan kan maken. Ook de huurachterstand wordt toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente.

Rechtbank Rotterdam 23 juni 2023, ECLI:NL:RBROT:2023:5501

Dit bericht is geschreven door Irwin Dankoor voor het huurrecht tijdschrift ‘Opmaat huurrecht +’ van Sdu en daar eerder gepubliceerd op 14 juli 2023.